Doel of bedoeling?
Duurzaamheid is hot. Steeds meer mensen raken er van doordrongen dat het 5 voor 12 is en dat we nu écht iets moeten doen om de duurzaamheidsvraagstukken aan te pakken. Vanuit de politiek en overheid zie je steeds meer druk op organisaties en het bedrijfsleven om te investeren in duurzaamheid. Voor woningcorporaties betekent dit investeren in het energiezuinig maken van de woningen. Hiervoor zijn in het verleden afspraken gemaakt tussen de minister, de Woonbond en Aedes (de belangenbehartiger voor de woningcorporaties). De ambitie is dat alle corporatiewoningen in 2021 gemiddeld energielabel B hebben en in 2026 zelfs ten minste label B.
Ook Woonbedrijf heeft duurzaamheid hoog in het vaandel staan. In onze koers hebben we vastgelegd dat we bij alle keuzes die we maken de meest duurzame keuze willen maken. Hierbij gebruiken we de principes van The Natural Step als richtsnoer. In de dagelijkse praktijk zie je dit ook terug; zoals in de duurzame nieuwbouw aan de Karel de Grotelaan (Aireys), het aanbieden van zonnepanelen, het experimenteren met alternatieven voor CV ketels en de eerste stappen die we zetten met het hergebruik van materialen op weg naar een volledig circulair Woonbedrijf. Woonbedrijf kiest ervoor om te verduurzamen op de natuurlijke momenten. Dus als we toch onderhoud uitvoeren of een woning gaan renoveren, dan nemen we ook de nodige maatregelen om te verduurzamen. In 2016 hebben we op deze wijze ruim 4.800 labelsprongen gemaakt. Daarmee behoren we tot de koplopers in Nederland.
Toch zijn al die stappen op dit moment onvoldoende om de landelijk afgesproken ambitie van gemiddeld label B in 2021 te halen. Dit stelt ons voor een lastige keuze. Want als we kiezen voor een versnelling van het programma om onze woningen energiezuinig te maken, sluiten we niet meer aan bij de natuurlijke momenten in het onderhoud. Dit betekent dat we werkzaamheden gaan uitvoeren aan woningen die er (technisch gezien) nog prima bij staan. En hoe duurzaam is dit?
Samen met de Eindhovense woningcorporaties en de gemeente pakken we dit vraagstuk verder op. Want uiteindelijk willen we allemaal toch hetzelfde; een duurzame toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen. En als we dat voor ogen houden, dan volgen die labelsprongen vanzelf!